Milo en de Maan
Op een avond zat Milo de muis op zijn vensterbank. Hij staarde naar de maan. Het oppervlak was vol kraters. "Dat ziet eruit als kaas," zei Milo, die de maan niet zo duidelijk kon zien. Zijn maag rammelde. Hij had vreselijke honger! "Ik ga naar de maan om kaas te halen," verklaarde hij. 'Ga slapen, Milo,' zei zijn moeder. Dus Milo ging slapen, en terwijl hij sliep, droomde hij. Milo droomde ervan om op de rug van een vogel naar de maan te vliegen. Ze vlogen omhoog en omhoog, totdat ze op de maan landden. De maan was in delen zacht, zoals roomkaas, en stevig in delen, zoals cheddar, en zelfs veerkrachtig in delen, zoals mozzarella (en dat deel van de maan was Milo's favoriet). Hij at en at de hele nacht. Toen Milo de volgende ochtend wakker werd, besefte hij dat hij op zijn kussen had gekauwd en niet op kaas. Maar hij herinnerde zich zijn droom. Hij besloot een vogel te gaan zoeken. Milo verliet het huis en kwam zijn vriend Tiny, de eekhoorn, tegen. ...